De syntaxis van Visual Basic

   

De syntaxis van een methode, instructie, of functie in een Help-onderwerp van Visual Basic bestaat uit alle onderdelen die nodig zijn om de methode, instructie of functie correct te gebruiken. In de voorbeelden in deze sectie wordt uitgelegd hoe u de belangrijkste onderdelen van de syntaxis moet interpreteren.

De syntaxis van de methode Activate

object.Activate

In de syntaxis van de methode Activate is het cursieve woord æobjectÆ een plaatshouder voor informatie die u invoertù in dit geval programmacode die een object als resultaat geeft. Vetgedrukte woorden moeten precies zo worden ingetypt als deze verschijnen. De volgende procedure activeert bijvoorbeeld het tweede venster in het actieve document.

Sub MakeActive()
    Windows(2).Activate
End Sub

De syntaxis van de functie MsgBox

MsgBox(prompt[, knoppen] [, titel] [, helpbestand, context])

In de syntaxis van de functie MsgBox zijn de vetgedrukte cursieve woorden benoemde argumenten van de functie. Argumenten die tussen haakjes staan, zijn optioneel. (Typ geen haakjes in uw Visual Basic-programmacode.) Het enige argument dat u voor de functie MsgBox moet plaatsen, is de tekst voor de prompt.

Argumenten voor functies en methoden worden in de programmacode via positie of via naam opgegeven. Als u argumenten via positie wilt opgeven, houdt u de volgorde aan die in de syntaxis wordt aangegeven, waarbij u de argumenten met behulp van komma's scheidt. Bijvoorbeeld:

MsgBox "Uw antwoord is correct!",0,"Antwoordvenster"

Als u een argument via naam wilt opgeven, voert u de naam van het argument in, gevolgd door een dubbele punt, een gelijkteken (:=) en de waarde van het argument. U kunt benoemde argumenten in elke gewenste volgorde opgeven. Bijvoorbeeld:

MsgBox Title:="Antwoordvenster", Prompt:="Uw antwoord is correct!"

In de syntaxis van functies en van een aantal methoden staan de argumenten tussen haakjes. Deze functies en methoden geven waarden als resultaat, dus u moet de argumenten tussen haakjes opnemen om een waarde aan een variabele toe te wijzen. Als u de resultaatwaarde negeert of als u helemaal geen argumenten opgeeft, moet u ook de haakjes weglaten. Bij methoden die geen waarden als resultaat geven, hoeft u geen argumenten tussen haakjes op te nemen. Deze richtlijnen gelden zowel voor positionele als voor benoemde argumenten.

In het volgende voorbeeld is de resultaatwaarde van de functie MsgBox een getal dat de geselecteerde knop aangeeft die in de variabele MyVar is opgeslagen. Haakjes zijn vereist, omdat de resultaatwaarde is gebruikt. Een ander berichtvenster geeft vervolgens de waarde van de variabele weer.

Sub Question()
    MyVar = MsgBox(Prompt:="Ik vind mijn werk leuk.", _
        Title:="Antwoordvenster", Buttons:="4")
    MsgBox MyVar
End Sub

De syntaxis van de instructie Option

Option Compare {Binary | Text | Database}

In de syntaxis van de instructie Option Compare geven de haakjes en het verticale streepje aan dat het een verplichte keuze tussen drie items betreft. (Typ geen haakjes in de Visual Basic-instructie). De volgende instructie geeft bijvoorbeeld aan dat binnen de module tekenreeksen worden vergeleken in een sorteervolgorde die niet hoofdlettergevoelig is.

Option Compare Text

De syntaxis van de instructie Dim

Dim varnaam[([subscripts])] [As type] [, varnaam[([subscripts])] [As type]] . . .

In de syntaxis van de instructie Dim is het woord Dim een vereist sleutelwoord. Het enige vereiste onderdeel is varnaam (de naam van de variabele). De volgende instructie maakt bijvoorbeeld drie variabelen aan: myVar, nextVar en thirdVar. Deze worden automatisch als variabelen Variant gedeclareerd.

Dim MyVar, nextVar, thirdVar

In het volgende voorbeeld wordt een variabele String gedeclareerd. Als u een gegevenstype opneemt, spaart u geheugenruimte en kunt u gemakkelijker fouten in uw programmacode opsporen.

Dim MyAnswer As String

Om meerdere variabelen in een instructie op te kunnen nemen, moet u het gegevenstype voor elke variabele opnemen. Variabelen die zonder gegevenstype worden gedeclareerd, worden automatisch als Variant gedeclareerd.

Dim x As Integer, y As Integer, z As Integer

In de volgende instructie krijgen x en y het gegevenstype Variant toegewezen. Alleen aan z wordt het gegevenstype Integer toegewezen.

Dim x, y, z As Integer

Als u een matrix-variabele declareert, moet u haakjes opnemen. De subscripts zijn optioneel. De volgende instructie bepaalt het aantal dimensies van MyArray, een dynamische matrix.

Dim MyArray()